maandag 13 februari 2012

Toepassingskaart 7: De wereld door de ogen van...

Toepassingskaart 7: De wereld door de ogen van de Antilliaanse groep

Bekijk vanuit de ogen van een kind jouw toebedeelde bevolkingsgroep. Stel je voor dat dit kind in jou klas zit. Maak een verslag waarin je een beeld geeft van jouw leerling. Maak bij de keuze van jouw kind een betekenisvolle koppeling met jouw specialisatie jonge kind.

In je uitwerking kunnen de volgende vragen richting geven:

Wat komt hij tegen in onze basisschool, thuis, de wijk, enz.?

Ivaron komt in de basisschool tegen dat je niet altijd je zin kunt krijgen en je soms iets moet doen wat je niet leuk vindt om te doen. Ivaron heeft thuis alleen een moeder en een klein zusje en een grotere zus. Met zijn vader heeft hij bijna geen contact en dit vindt hij moeilijk.

Hoe gaat hij om met verschillen in opvoeding?

Bij hem thuis ziet hij verschil in opvoeding dat in hun cultuur normaal is. De jongens worden veel meer verwend en hebben minder verantwoordelijkheidsgevoel, terwijl de meisjes echt een diploma moeten halen en zichzelf maar financieel moeten redden als ze ouder zijn. In de klas zie je dit echt terug, want als hij bijv. niet in de bouwhoek mag dan wordt hij heel boos en zo is hij de rest van de dag verder. Als een volwassene iets aan hem vraagt dan doet hij het wel gelijk, terwijl sommige leeftijdsgenootjes echt een volwassene kunnen tegenspreken. Hij heeft thuis geleerd dat hij respect voor een volwassene moet hebben en dat doet hij ook.

Welke kansen heeft hij?

Ivaron gaat het straks wel moeilijk kregen na de basisschool, omdat hij achterloopt met taal en rekenen. Op de middelbare school wordt het moeilijker voor hem om de stof door zijn achterstand bij te houden waarschijnlijk.

Welke vormen van beeldvorming (bijv. vooroordelen m.b.t. bevolkingsgroep) kan hij tegenkomen?

Er zijn verschillende vooroordelen over zijn bevolkingsgroep:

· Dat jongens helemaal niks doen.

· Ze hebben allemaal slechte schoolpresentaties en gaat sneller zonder diploma van school af.

· Antilliaanse mensen gebruiken vaak drugs en er is veel geweld in hun cultuur.

Hoe kijkt Ivaron aan tegen zijn cultuur en/of levensbeschouwing op de ontwikkeling van jouw leerling?

Ivaron is erg verwend en dit zal ook altijd in zijn gedrag te zien zijn en is moeilijk af te leren, omdat het bij zijn cultuur hoort en thuis verwennen ze hem ook altijd. Hij zal het moeilijk kregen elke keer als hij iets niet mag of moet doen wat hij niet wilt. Hij gaat inzien dat school en thuis heel anders zijn en dat er andere regels gelden waar hij zich aan moet houden.

Hoe beleeft het kind zijn omgeving?

Ivaron vindt het heel moeilijk zonder vader, omdat hij vaak een tekening maakt met mama en papa waarmee hij iets leuks dan doet. Hij zegt altijd dat hij zou willen dat hij met papa naar de dierentuin samen met zijn moeder, zus en zusjes gaat. Andere kinderen worden ook wel eens door papa opgehaald en je ziet aan Ivaron dat hij dat ook wel graag zou willen.

Zoek vervolgens uit wat dit betekent voor jou als leerkracht! In je uitwerking kunnen de volgende vragen richting geven:

Welke mogelijkheden heb je en moet je zoeken om dit kind in zijn/haar ontwikkeling op verschillende gebieden te ondersteunen, zodat het zich adequaat kan ontwikkelen?

· De ouders moeten informatie krijgen over hoe ze de ontwikkeling van hun kind(eren) kunnen stimuleren, zoals boekjes voorlezen om de taalontwikkeling te stimuleren van hun kind(eren).

· De kinderen moeten op tijd extra hulp krijgen als in de kleutergroepen of zelfs daarvoor om de taal en rekenachterstand te verkleinen, zodat ze met het niveau van de groep met kunnen doen.

· Voor de kinderen moet het duidelijk zijn welke regels er gelden op school.

Hoe ga je om met discriminatie?

Je bespreekt in de klas dat iedereen gelijk is ongeacht hoe hij of zij eruit ziet. Als het voor is gekomen kan je een methode kiezen om de sociale emotionele ontwikkeling te stimuleren, zodat de klas hier meer over leert en te weten komt dat het niet hoort.

Welke rol spelen de ouders?

De ouders spelen een grote rol in de ontwikkeling van hun kinderen. Deze kunnen ze al vroeg stimuleren doormiddel van ontwikkelingsstimuleringsprogramma’s. In deze programma’s kunnen ze op verschillende leeftijden met hun kind en medewerker die de taal van de ouders spreken aan de ontwikkeling van de het kind kunnen werken.

Wat heb je nodig om je werk goed te kunnen doen? Wat kan de school voor jou betekenen? Wat kan de overheid voor jou betekenen?

· Een remedial teaching leerkracht is nodig. Die met deze kinderen kunnen oefenen om hun taal en rekenpresentatie op te hogen, zodat ze beter met de groep mee kunnen komen en betere prestaties gaan halen op deze gebieden.

· De school moet duidelijke regels opstellen welke regels zijn van toepassing op de hele school en de groepsleerkrachten moeten regels opstellen welke gelden in de klas en waar leerlingen zich aan moeten houden.

· Ouders moeten geïnformeerd worden hoe ze de ontwikkeling van hun kinderen kunnen stimuleren. Wat voor spelletjes etc. kunnen ze samen met hun kind(eren) doen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten